Wenneker AE Color Workflow

De meest voorkomende colorspaces bij Wenneker zijn:

sRGB, rec709

ARRI LogC3 WideColorGamut

ACES CG

Een colorspace bestaat uit 2 componenten de chromacity of gamut en een transfer curve, vaak aangeduid met de gamma. De chromacity beschrijft welke kleuren er weergegeven moeten worden en de transfercurve de helderheid van die kleuren.

Chromaticity

Untitled

Het gekleurde hoefijzer geeft alle kleuren weer die we kunnen zien. De getallen langs de rand zijn de golflengtes van het licht dat bij die kleur hoort. De hoekpunten van de driehoeken er in geven de primaries voor rood groen en blauw aan. D65 is het witpunt en komt overeen met de kleur licht die uitgestraald wordt door een blackbody bij 6500K.

ACES AP0 beslaat het hele gebied. sRGB/Rec709 dekt maar een klein deel.

Transfer

Untitled

De transfercurves die we het meest gebruiken zijn lineair, sRGB en logaritmisch. Op bovenstaande diagram kunnen we zien dat de curve van sRGB benaderd wordt door een gamma functie van 2.2 Lineair komt over een met een  gamma van 1.0 @

sRGB

sRGB is de default gamut voor computers. Het wordt gebruikt voor afbeeldingen die zonder speciale software bekeken kunnen worden. sRGB gebruiken we met 2 verschillende gamma’s.

sRGB 1.0  is de lineaire versie die gebruikt wordt voor floating point afbeeldingen. Onze 3D renders worden weggeschreven in deze colorspace. Ook wordt het gebruikt voor HDRI’s als we die maken. Door de lineaire transfercurve lijken deze beelden veel te donker als de software ze verkeerd interpreteert. Bestandsformaten die hier bij horen zijn .exr .hdr en soms .tif

sRGB 2.2 is de gamma gecorrigeerde versie die direct bekeken kan worden. Dit zijn nagenoeg alle afbeeldingen die je online kunt vinden in formaten als: .jpg .png *.gif .bmp etc. sRGB 2.2 is de standaard als je een still moet opleveren.

Rec709

Rec709 is de default colorspace voor HD (1080p) video. De gamut van rec709 is het zelfde als die van sRGB. De transfercurve is echter anders, deze komt in de buurt van een gamma van 2.4